Piet zijn was een droom, nu stoppen we ermee

Hoofdpieten zijn de discussie zat.

Na jarenlang de Sinterklaasintocht in Amsterdam te hebben vormgegeven, geven twee Hoofdpieten er de brui aan. Ze leggen hier uit waarom.

Drieëntwintig jaar zijn we verbonden geweest aan de grootste Sinterklaasintocht ter wereld en sinds 2005 hebben we als artistiek eindverantwoordelijken de rol van Hoofdpiet en bestuurslid vervuld. De huidige koers die door de Stichting Sinterklaas Intocht Amsterdam en de burgervader is gekozen doet geen recht aan voor- én tegenstanders. We hebben geen zin meer om mooi weer te spelen en daarom hebben we besloten ons per direct terug te trekken uit de rol van Hoofdpiet.

Laat het helder zijn, wij vinden Zwarte Piet geen racisme en zien dat er behoefte is aan een maatschappelijk gesprek over discriminatie. De conclusies die echter nu binnen korte tijd worden getrokken, doen geen recht aan de vele nuances en gronden die een rol spelen in de Pietendiscussie.

Wij zijn Bram (1982) en Frans (1981), vanaf ons negende jaar zijn we verbonden aan de intocht. Zwarte Piet zijn was een droom, Frans liep al eerder stiekem mee in een eigen pak pepernoten uit te delen uit een kussensloop. En nu werven we alle zeshonderd pieten persoonlijk en zijn we al jarenlang hoofdverantwoordelijk voor het uitdragen van het verhaal en de traditie. Zo hebben we pakken voor de pieten en het Sinterklaaskostuum ontworpen.

Drieëntwintig jaar hebben we er aan gewerkt het de mooiste intocht van de wereld te laten zijn, die de fantasie bij kinderen, ongeacht hun leeftijd, stimuleert. We hebben altijd geprobeerd iedereen binnen en buiten de organisatie tot in het detail het sprookje te laten ervaren, van het eerste contact tot het laatste liedje. Het verhaal van Sinterklaas en Zwarte Piet is mede zo rijk en zo mooi omdat het in verschillende levensfasen een verschillende plek inneemt.

Dat beeld van het sprookje delen we. Bram is in het dagelijks leven theatermaker en dat is terug te zien in hoe we onze rol vormgeven. We behandelen het verhaal van Sinterklaas eerder als kunstvorm dan als een marketingachtige façade zonder lagen. Voor ons hoeft niet elke deur geopend te worden, zoals op het Sinterklaasjournaal gebeurt.

 

De intocht van Sinterklaas (2013) in Amsterdam (toen liepen de Hoofdpieten van Konijnenburg en Graafland nog mee)

Jarenlang hebben we aan de zijde van Sinterklaas op het bordes van de Stadsschouwburg gestaan (Bram schreef onder andere de speeches voor de Goedheiligman). En samen met een fantastische groep hebben we vele jaren er bijna een parttime baan in tijd aan besteed. Maar na drieëntwintig jaar stoppen wij omdat we ons niet kunnen vinden in de opstelling die door de stichting en de burgemeester is gekozen in de zwartepietendiscussie. Wij kunnen best leven met veranderingen, maar daar moet dan wel een 'im Grunde', zoden aan de dijk zettende, visie achter zitten.

De discussie raakt ons natuurlijk ook persoonlijk. In 2013 was het bijvoorbeeld onduidelijk of we überhaupt samen konden meelopen omdat Bram onwel werd. We voelen ons zeer verantwoordelijk voor zowel pieten als toeschouwers en de bedreigingen van voor- en tegenstanders lieten en laten ons allesbehalve koud.

In onze optiek moet de visie zijn dat het gesprek gevoerd wordt over de werkelijke grond van de onvrede, en dan kom je niet uit bij Zwarte Piet maar bij discriminatie en de verschillende wereldbeelden die voor- én tegenstanders hebben. Als we dát gesprek voeren, dán pas werken we toe naar een duurzame oplossing. Echter, een duurzame oplossing wordt ook dit jaar niet geboden. Een aanpassing in het uiterlijk van Zwarte Piet lost niets op, maar polariseert het gesprek rond discriminatie enkel. Wie wil bijdragen moet juist het gesprek faciliteren, niet stoppen door een symbool te veranderen.
Om het proces van een maatschappelijk gesprek op zo'n manier voor te stellen is wellicht idealistisch maar door te beginnen met zeggen dat 'het niet mogelijk is' sluit je het sowieso uit. En wij vinden dat een stichting die zich bezighoudt met het organiseren van een sprookje de verantwoordelijkheid heeft juist wél te zoeken naar de mooiste, meest sprookjesachtige manier om zoveel mogelijk mensen recht te doen en niet een 'pragmatisch' binnenkamerakkoord te sluiten, zoals nu gebeurt. Als je een visie voor ogen hebt, kun je beginnen met het oplossen van de praktische zaken.

Aan goede bedoelingen ontbreekt het de Intocht-organisatie niet. Maar om te durven luisteren en niet meteen over te gaan tot handelen is ook lef nodig. Een inhoudelijk gesprek, zeker wanneer het zoveel mensen raakt, kost meer tijd. Daarbij denken we dat het belangrijk is dat feiten en gevoelens niet door elkaar worden gehaald. De gevoelens van traditie en racisme zijn wellicht terecht maar de feitelijke onderbouwing blijkt vaak een stuk ingewikkelder en niet altijd juist.

De politiek moet zich niet met het inhoudelijke verhaal bezighouden. Als je iets van bovenaf oplegt doe je per definitie mensen tekort. In de vergaderingen met de gemeente, die we als bestuurslid hebben bijgewoond, was weinig plek voor discussie. Tevoren had Van der Laan uitgesproken dat de pietendiscussie in het publieke domein gehouden moest worden, maar uiteindelijk werd het een achterkamergesprek waarbij de uitkomst vast stond. Wij willen uit correctheid niet ingaan op wat daar precies besproken is. Die intocht moest er hoe dan ook komen, de pieten moesten worden aangepast.

Met stroopwafel- of zogenaamde roetpieten haal je de oorzaken van de pietendiscussie niet weg waardoor deze elk jaar zal terugkeren en de verdeeldheid in de samenleving blijft. Als eindverantwoordelijken voor het Sinterklaasverhaal trekken wij ons daarom terug, het is ons niet gelukt het bestuur te overtuigen. Wij verwachten ook niet dat we met deze tekst een discussie beslechten maar hopen enkel de dialoog in stand te houden. Want ook al bestaat de hoop bij mensen dat ze met twee volzinnen hun gelijk of ongelijk kunnen aantonen, hiermee wordt aan de vele nuances in het debat geen recht gedaan.

Het is niet bekend wie ons in de rol van Hoofdpiet de komende jaren gaat opvolgen.

Bron artikel/ foto (2014): www.volkskrant.nl