De Bijenkorf als hoofdkwartier     

Foto: Met dank aan S.N. Veiling

'Het gehele huis was in een Sinterklaaskleed gestoken'

Voor de enige échte Sinterklaas moest je jarenlang bij De Bijenkorf zijn. In een speciaal voor hem verbouwd warenhuis hield hij de weken voorafgaand aan 5 december ontvangst. De directie regelde het graag en presenteerde het warenhuis als 'Hofleverancier van Sinterklaas'. Het interieur van de winkel werd ieder jaar opnieuw met geraffineerde decoraties in een sfeer van geheimzinnige verwachting gebracht. Adembenemende feestetalages leidden tot chaotische tonelen op de stoep. Het personeel moest overwerken en de kassa rinkelde.

"Met het oog op de drukte in de middaguren richten wij hiermede tot de dames het vriendelijk verzoek hare inkopen zoveel mogelijk ’s morgens vóór 12 uur te willen doen", was de boodschap van een Sinterklaasadvertentie in 1913. Het was één van de eerste. De Bijenkorf was toen gevestigd in een ‘hulpgebouw’ en nog maar kort van een garen- en bandwinkel op de Nieuwendijk omgebouwd tot een rijk gesorteerd warenhuis op het Damrak. Pas in de herfst van het jaar daarop werd het bekende kooppaleis op de hoek met de Dam in gebruik genomen en kon het écht beginnen. Dat was in een benarde tijd, want buiten het neutrale Nederland woedde sinds augustus 1914 het bloedige internationale conflict dat we tegenwoordig de Eerste Wereldoorlog noemen. Ondanks de schaarste bracht De Bijenkorf in Sinterklaastijd steevast met paginagrote advertenties een keur aan speelgoed en andere cadeaus onder de belangstelling van de clientèle. In 1915 verscheen zelfs een complete Sinterklaascatalogus als bijlage van het weekblad De Prins. Écht serieus werd het met Sint in De Bijenkorf toen de oorlog na vier jaar voorbij was. Wie iets te besteden had, was in de jaren twintig op het Damrak aan het goede adres. "Onze Sint-Nicolaas-expositie is thans gereed en hiermede onze 2e etage herschapen in ’n Eldorado voor kinderen”, was de aanstekelijke tekst van een advertentie in december 1924. Al een paar jaar was de weidse benaming ‘expositie’ toen in zwang als het ging om de speelgoedafdeling in Sinterklaastijd. Ook de etalages trokken datzelfde jaar veel belangstelling en volgens een enkel bericht in de pers moest de dienstdoende agent op het trottoir van het Damrak het publiek af en toe aanmanen om door te lopen. Van een speciale Sint-Nicolaasetalage voor kinderen horen we voor het eerst in 1926, toen in de ‘hoekkast’ aan het Beursplein een ‘Berenbruiloft’ te zien was. Blijkens het persbericht ging het om een speelgoedopstelling die "tot in de kleinste onderdelen beweegbaar" was. Techniek en beweging zaten in de lucht. Populair waren ook in deze jaren al elektrische spoortreinen die achter glas door tunnels en langs ravijnen rondreden in een landschap van knipperende seinpalen en op- en neer bewegende spoorbomen. 

1923 - De Bijenkorf heeft 't

Geen volwassenen zonder kinderen

"Het gehele huis was in een Sinterklaaskleed gestoken. De figuren van Sinterklaas en Zwarte Piet wisselden elkaar af op de pilaren, terwijl bovendien veel plakkaten waren opgehangen waarop cadeau artikelen waren afgebeeld met toepasselijke teksten." Zo staat het in een Algemeen Rapport Sint Nicolaas dat de Amsterdamse directie in 1939 voor intern gebruik uitbracht. In de loop van de jaren dertig had de Sinterklaascampagne in De Bijenkorf zich ontwikkeld tot een militaire exercitie. Die hield overigens gelijke trede met soortgelijke operaties in filialen in andere steden. Al in de lente begon het ieder jaar met de inkoop. In de zomermaanden werd in hemdsmouwen vergaderd over de slagzinnen en in september startte het knutselen en schilderen voor de etalages. In de loop van november werden de afdelingen versierd en als tegen vijf december de échte drukte toesloeg, kwam de sneldichter in actie. In 1939 vervaardigde hij maar liefst 840 rijmpjes, gratis voor wie meer dan vijf gulden aan cadeaus besteedde. Pas de ontreddering en schaarste die volgden op de Duitse inval in mei 1940 brachten dit jaarlijkse ritueel op den duur tot stilstand, maar de verkoop ging ook toen door. Zelfs in de verschrikkelijke winter van 1944 kon men in Sinterklaastijd op het Damrak nog terecht voor troosteloze aardewerken vazen en sieraden van twijfelachtige kwaliteit. De eerste periode na de Duitse bezetting was ook in De Bijenkorf nog niet veel te koop, maar in 1947 begon het weer. De laatste dagen voorafgaande aan de vijfde december van dat jaar liet de directie systematisch foto's maken van de drukte op de verschillende afdelingen. Met tussenpozen van een half uur werd met de camera vastgelegd hoe de koopdag verliep. Met die wetenschap kon men het jaar daarop zijn voordeel doen. “Sint Nicolaas alléén te bereiken via de Beursstraat”, stond begin december 1948 op bordjes die medewerkers ophingen als het uit hand dreigde te lopen. Bij grote drukte werden belangstellenden vanuit de winkel met zachte drang buitenom naar de Beursstraat gedirigeerd. Vandaar liep een lange rij tot aan de eerste etage, waar de Sint dat jaar resideerde. Volwassenen zonder kinderen werden geweerd en Sinterklaas kreeg instructies het tempo van het handen schudden op te voeren. Zo staat het in een interne notitie uit 1948, waarin de directie uit de Sinterklaascampagne van dat jaar lessen trok voor de toekomst. Dat was niet overbodig. De Bijenkorf had al een reputatie als het ging om Sint-Nicolaasdrukte, maar in de jaren die nu volgden werden alle records verbroken.

Auteur: Niels Wisman

Bron tekst: www.onsamsterdam.nl (2009)

De Bijenkorf - Logo's 

Verwijzing pagina's

Verwijzing website - TIP!